Je hebt ze ongetwijfeld al eens gezien in een documentaire of in levende lijve tijdens een trip in Afrika. Maar, wie zijn ze en wat doen ze?
Diersoorten die in dezelfde leefomgeving leven kunnen onderlinge interacties met elkaar hebben. Er bestaan zes soorten namelijk: mutualisme, predalisme, commensalisme, parasitisme, matriarchaat en symbiose. Elk dier in de wereld kan drager zijn van vlooien, luizen, teken en wormen. Ook een parasitaire infectie en huidinfecties zijn niet uitgewezen.
Soms trekt een ectoparasitaire infectie (vlooien, luizen, teken) gewenste insectenetende vogelsoorten, zoals de bonte kraai of oxpeckers. Dit wordt ook wel symbiose genoemd. Beide partijen ondervinden een in eerste instantie een positieve invloed. De giraf, zebra of neushoorn worden verlost van hun parasieten en in ruil geniet de vogel van een lekkere maaltijd.
Echter, er is een kanttekening bij deze symbiose. Wanneer de giraf, zebra of neushoorn een wonde heeft opgelopen, na bijvoorbeeld een gevecht met een roofdier of soortgenoot, dan trekt dit o.a. vliegen aan die hun eieren in de wonde deponeren. De vliegen trekken de oxpeckers aan die vervolgens in de wonde blijven pikken. Het genezingsproces wordt hierdoor onderbroken en er kan een grotere infectie manifesteren.
Heb je genoten van deze korte blog? Deel hem via sociale media en laat jouw mening achter.
Comments